Groene wanden zijn inmiddels heel gewoon. Iedere interieur- en exterieurbeplanter kan ze in alle vormen en maten leveren. Dit is echter een heel recente ontwikkeling, 20 jaar geleden piekerde niemand erover om planten op deze manier verticaal te laten groeien.

Om zo’n nieuw concept als groene wanden te ontwikkelen, moest er zowel qua gedachte, als ook op technisch vlak veel  echt nieuw worden uitgevonden. Een dergelijke gedachtensprong ook nog eens tot technische uitvoering brengen kan alleen worden volbracht door iemand die compleet geobsedeerd is met het onderwerp, veel (plant)kennis heeft en  tegelijkertijd in staat is om volkomen fris naar de materie te kijken. Patrick Blanc voldoet aan al deze drie eigenschappen en heeft dus als eerste van de wereld soms gigantisch grote verticale groene wanden ontwikkeld die duurzaam in leven konden blijven. Hij heeft er zelf een boek over geschreven, Vertical Gardens genaamd.

De jungle in de stad

De  jungle droom van Patric Blanc begon toen hij zeven jaar was met een aquarium. Alles wat daarin groeide fascineerde hem, maar vooral de planten. Ze groeiden niet alleen in, maar ook buiten het aquarium en tegen de tijd dat hij een puber was, groeiden de aquariumplanten al door zijn hele kamer heen. Hij schrijft dat hij al vroeg wist dat zijn leven zich zou afspelen rondom de confrontatie tussen vrij levende wezens en zijn eigen leven als een mens, gebonden aan het stadsleven. Hij heeft nooit van het platteland gehouden en ook niet van tuinen, behalve botanische. ‘Ik hield eigenlijk alleen van steden, grote steden, en de meest ongestoorde natuurlijke habitats.’

colorfull city green

Het recreëren van natuurlijke patronen

Het werk van Patrick Blanc is bij veel mensen wel bekend, maar de magie van dit boek is voor mij het gedeelte waarin hij laat zien hoe hij naar natuurlijke landschappen kijkt. Door met hem mee te kijken ontdek je nieuwe manieren om naar vergroening van onze steden en woonomgevingen te kijken.

In de natuur is niets onbedekt of ongebruikt. Planten en dieren gebruiken iedere millimeter waar leven mogelijk is en doen dat vervolgens in prachtige patronen en vaak ook in intelligente vormen van samenwerkingen en in ieder geval net zo makkelijk verticaal als horizontaal.  Juist die kennis heeft hij gebruikt bij het ontwikkelen van zijn unieke verticale wandensysteem, waarin geen aarde zit, alleen een soort synthetisch vilt. Tot in detail weet hij welk plantje prima kan leven met weinig water, of weinig licht, maar ook hoe iedere plant zich in natuurlijke patronen tot kolonies ontwikkelt of juist zich random verspreidt. Die patronen heeft hij zoveel mogelijk gerecreëerd in zijn wanden. Want dat is wat hij zoekt: het recreëren van echt habitats en ecosystemen, maar dan in de beperking van een stad.

De foto’s en beschrijvingen van landschappen in dit boek laten zien hoe hij kijkt en laten ook zien dat hij in zijn werk nog lang niet uitontwikkeld is. Hij denkt niet alleen in wanden, hij denkt op dezelfde manier als de natuur. Als het aan hem ligt wordt ook in onze betonnen, rechtlijnige en gecontroleerde omgeving iedere millimeter gebruikt om te vergroenen.

Tropische jungles vertaalt hij naar binnenwanden, maar er zijn ook oerbossen in gematigder zones waar  hij de kennis vandaan heeft gehaald voor wanden  die bijvoorbeeld bestand moeten zijn tegen vorst of wind. Maar er zijn ook landschappen vol hangende planten en in zijn laatste werk zie je ook die ‘recreatie’ ontstaan.

drawing of hanging green in big building

Voor wie is dit boek interessant?

Je kunt dit boek op verschillende niveaus lezen en vooral ook bekijken: vanuit esthetische, architectonische of stilistische interesse zijn de landschappen en zijn vertalingen ervan heel interessant. Voor wie geïnteresseerd is in plantvariëteiten zit het boek vol met gedetailleerde plantbeschrijvingen die ook goed te vertalen zijn naar de praktijk.

Ook de techniek die hij ontwikkeld heeft om de grote buitenwanden te maken wordt tot in hoge mate van detail besproken en hij beschrijft soms welke uitdagingen projecten meebrachten op organisatorisch vlak, of als het gaat om beheer.

Na het lezen van dit boek is een groene wand geen ‘ding’ meer, maar een visie en een zoektocht om ons beperkte stads- en binnenleven dezelfde rijke ecosystemen te laten worden als mogelijk is in ongerepte natuur.

Het boek Vertical Gardens verscheen in 2008 voor het eerst in het Frans, is vervolgens vertaald in het Engels en het Duits en daarna in 2012 geheel herzien. Het is qua structuur een heel eenvoudig boek: hoe is het zo gekomen, waar haalde hij zijn inspiratie vandaan en sluit af met een aantal voorbeelden van zijn werk, maar daarmee doe je het boek geen recht. Vertical Gardens bevat voor iedereen (die iets met groen heeft) pure magie.

Ook als je het boek nog even te duur vindt, het internet staat vol met beelden en video’s. Wij hebben er vast een paar geselecteerd.

Een korte introductie tot de wereld en kennis van Patrick Blanc, item in Chelsea Flowershow 2008.

 

Een wat langere film van een half uur uit 2003 die veel degelijker ingaat op de materie. Deze film laat ook zijn eigen huis/jungle zien.

 

Er is online nog veel meer te vinden, maar dit zijn mooie introducties.