Jongeren tussen 15-25 brengen veel tijd door in een studieomgeving en komen daarbij weinig in contact met natuur. Ook eten ze te weinig groente en fruit en ervaren ze in toenemende mate stress. Liggen hier kansen? Immers, uit onderzoek blijkt dat ‘groen’ goed is voor het welbevinden. En zo ja, zitten jongeren dan wel te wachten op een groenere studieomgeving?
Inmiddels is uit veel onderzoek gebleken dat een groene omgeving en een gezonde leefstijl bijdragen aan het welzijn van mensen. En daarmee ook aan hun functioneren zowel in het dagelijks leven als in werksituaties. Echter, jongeren worden vaak niet meegenomen in dergelijke onderzoeken. Onderzoekers Jolanda Maas, Nicole van den Bogerd en Coosje Dijkstra van de Vrije Universiteit Amsterdam deden daarom nader onderzoek naar ‘Groene Gezonde Studenten’. Dit onderzoek maakt deel uit van De Groene Agenda van Iverde en Flora Holland. In dit onderzoeksprogramma ontwikkelen kennisinstellingen samen met groene ondernemers nieuwe groenconcepten en verdienmodellen. Doel was inzicht te krijgen in de leefstijl van studenten, hoe deze hun studieomgeving beoordelen, of studenten een voorkeur hebben voor een groene omgeving en in hoeverre het vergroenen van een leslokaal invloed zou hebben op hun welzijn én op de aantrekkelijkheid van het lokaal.
De opbouw van het onderzoek
Maas, Dijkstra en Van den Bogerd vroegen 722 studenten van 8 verschillende universiteiten naar hun leefstijl en naar hun mening over de mate waarin hun universiteit groen en gezond is. Ook legden ze de studenten foto’s voor om te bepalen of zij de voorkeur geven aan een groene studieomgeving. In een real-life experiment waaraan 94 studenten deelnamen werden vervolgens de effecten bepaald van het vergroenen van een leslokaal.
Wat leverde de vragenlijst op?
Uit het onderzoek bleek dat er verbeteringen mogelijk zijn voor wat betreft de leefstijl. Een groot deel van de ondervraagde studenten voldeed niet aan de aanbevolen normen voor groenten en fruit, 40% ervaart veel stress en ruim een derde voldoet niet aan de norm voor bewegen. Bij navraag naar gezonde aspecten in hun studieomgeving bleek een grote meerderheid van de studenten tevreden over het aanbod groente en fruit en de mogelijkheden voor beweging en ontspanning in de universiteitsomgeving. In antwoord op vragen naar hun tevredenheid met de collegezalen, lokalen, zelfstudieruimten en buitenruimte bleek dat studenten gematigd tevreden waren over hun universiteitsomgeving. Wel beoordeelden ze de mate van groen zowel buiten als binnen als onvoldoende.
Bij het beoordelen van foto’s van grijze en groene studieruimtes en een buitenomgeving kwam duidelijk naar voren dat studenten de voorkeur gaven aan een studieruimte met foto’s van groen, of liever nog levend groen. Daarin verwachten ze beter en sneller te kunnen herstellen van stress. De verwachting was dat de mogelijkheid tot herstel het hoogste is in een buitenruimte met extensief groen.
Het experiment in de lokalen
Voor het Real Life Experiment werden twee lokalen van de VU ingericht met planten en plantenwanden. Eerstejaars studenten kregen vervolgens les in een groen en in een ‘normaal’ lokaal. Ze vulden vragenlijsten in over het lokaal en over hoe ze zich daar voelden. Ook werd een aandachttest afgenomen. Ze vonden de groene lokalen aantrekkelijker en vonden het klimaat in de groene lokalen prettiger. Hiernaast scoorden de studenten in de groene lokalen iets beter op de aandachtstaak dan de studenten in de grijze lokalen. Verschillen in gemoedstoestand werden niet waargenomen.
Gemiddelde scores lokalen Grijs versus Groen
Op basis van de resultaten van dit project komt naar voren dat studenten inderdaad behoefte hebben aan een groenere studieomgeving. In vervolgonderzoek zal nog worden onderzocht of en zo ja hoe een groenere studieomgeving bij zal dragen aan welzijn en studieprestaties van studenten. Dat onderzoek zal ook worden uitgevoerd bij HBO en MBO instellingen.
Welke conclusies zijn er te trekken?
Er is nog een wereld te winnen voor wat betreft het vergroenen van studieomgevingen. Hier liggen goede samenwerkingsmogelijkheden voor groenvoorzieners en kennisinstellingen. De hamvraag is natuurlijk of onderwijsinstellingen op basis van deze onderzoeksbevindingen bereid zijn in groen te investeren. Zij hebben belang bij beter presterende studenten met een hoge mate van tevredenheid met hun studieomgeving. Misschien zou een groene omgeving zelfs een positieve werking kunnen hebben bij de keuze van nieuwe studenten voor een onderwijsinstelling. (Binnen)groenvoorzieners doen er in elk geval goed aan om gebruik te maken van de resultaten van onderzoeken naar groene studieomgevingen. Je kunt immers maar beter voorbereid zijn op zo’n nieuwe marktvraag.