De gemiddelde levensverwachting blijft stijgen en de grote groep babyboomers bereikt nu de pensioengerechtigde leeftijd. Vitaliteit wordt hierdoor een steeds belangrijker thema, want hoe langer mensen zelfstandig kunnen wonen, hoe minder de zorgkosten uit de hand zullen lopen. Dit geldt ook voor woonzorgcentra en andere vormen van ouderenhuisvesting. Vreemd genoeg speelt groen nauwelijks een rol in het gevoerde beleid, terwijl onderzoek van Fytagoras aantoont dat binnenbeplanting een belangrijke rol kan vervullen bij het vitaal ouder worden.
Het belang van vitale ouderen is groot
Vitaliteit is een breed begrip en gaat over hoe lang ouderen zich gezond voelen. Het lichaam krijgt op hoge leeftijd altijd beperkingen, maar ouderen die zich tot op hoge leeftijd goed voelen, doen een geringer beroep op professionele zorg dan ouderen bij wie dat niet zo is. Hoe vitaler een oudere zich voelt, hoe groter het levensgeluk en hoe lager de zorgkosten. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan. Veel vitaliteitsaspecten worden hierin besproken, ook met betrekking tot de woonomgeving, maar groen heeft in dit onderzoek geen enkele plek. De woonomgeving is uitsluitend bekeken vanuit aspecten als toegankelijkheid en domotica.
Waarom is het logisch om beplanting mee te nemen in denken over vitaliteit?
De kwaliteit van het binnenmilieu (o.a. luchtvochtigheid, aanwezigheid (giftige) vluchtige organische verbindingen, CO2 gehalte, temperatuur) is in hoge mate verantwoordelijk voor het welbevinden van de mens. Een gezond binnenmilieu draagt bij aan het voorkomen van luchtwegproblemen en stimuleert actief gedrag. In de woonsituatie van ouderen (woonzorgcentra, aanleunwoningen, verzorgingstehuizen, etc) is het binnenmilieu vaak slecht; hoge temperatuur, weinig ventilatie, bedompt etc. met daarnaast vaak een weinig stimulerende invulling van de ruimte. Planten verhogen de luchtkwaliteit, maar eerder onderzoek heeft ook aangetoond dat het zicht op planten een natuurlijk gevoel van welbevinden verhoogt.
Interessante vraag is natuurlijk hoe groen van invloed is op de vitaliteit van ouderen. Aan welke eisen moeten planten in de leefomgeving van 65+ers voldoen? Welke planten zijn geschikt en welke effecten hebben ze op binnenklimaat, welbevinden en beleving? En hoeveel planten zijn eigenlijk effectief?
Onderzoek naar binnengroen in een woonzorgcentrum
Onderzoeksinstituut Fytagoras onderzocht deze vragen via een experiment in een woonzorgcentrum in de omgeving Leiden. Van de 27 inwoners deden er 8 mee aan het experiment met planten. De andere 19 fungeerden als een controlegroep. Nadeel van het experiment is dat de planten niet ad random werden verdeeld over de bewoners. Diverse bewoners wilden namelijk perse geen plant op hun kamer omdat ze, ondanks de uitdrukkelijk toezegging dat de plantverzorging bij het project hoorde, bang waren voor extra werk en verzorging. Doordat het niet gelukt is de ouderen hiervan te overtuigen hebben alleen de ouderen die een plant op hun kamer wilden deze ontvangen. Op overige punten, zoals gezondheid, ligging, uitzicht en verdeling in het centrum, was de verdeling wel op toeval gebaseerd.
Voor en na het plaatsen van de planten in acht onafhankelijke wooneenheden werd het binnenklimaat zes weken lang continue gemeten. Denk daarbij aan temperatuur, hoeveelheid licht, CO2 en luchtvochtigheid. Eenmaal per twee weken werd ook het formaldehydeniveau apart gemeten. Ook werden er voorafgaand aan en gedurende het experiment interviews gehouden met de ouderen die meededen aan het experiment. Hiermee werden de (subjectieve) omgevingsbeleving, activiteit en vitaliteit bij de proefpersonen onderzocht.
Resultaten vragen om meer onderzoek
In dit woonzorgcentrum was sprake van een goed luchtfilteringsysteem, dus het plaatsen van planten had hier geen direct significant effect had op het gemiddelde CO2 niveau in de kamers. Hetzelfde gold voor temperatuur en luchtvochtigheid. Dit kan in andere woonzorgcentra weer anders uitpakken.
De vragenlijsten en interviews met de deelnemende ouderen toonden aan dat planten positief werken op het welbevinden van oudere mensen, op hun vitaliteit. Zo geven veel ouderen aan zich thuis te voelen in een omgeving met planten. Bovendien nemen door planten diverse klachten sterk af. Denk aan gezondheidsklachten, huidklachten, psychosociale klachten en griepgerelateerde klachten. Dat verhoogt het gevoel van vitaliteit. Een grafiek op basis van de afgenomen enquête toont dit treffend aan. Met planten in kamers daalden gezondheidsklachten en steeg het gevoel van welbevinden:
Opvallend in de grafiek is dat ook het aantal planten invloed heeft op het gevoel van vitaliteit. Tot en met acht planten zijn de effecten voor ouderen gunstig. Bij meer planten lijkt de positieve invloed juist af te nemen. Met name huidklachten lijken dan toe te nemen.
Op naar groene woonzorgcentra
Er wordt al jaren onderzoek gedaan dat aantoont dat de luchtkwaliteit verbetert en dat mensen zich beter voelen in omgevingen waar sprake is van groen. Ook dit onderzoek toont het verband tussen groen en welbevinden aan. Toch wordt er in slechts weinig woonzorgcentra aandacht aan besteed. De belangrijkste redenen zijn het werk dat men er van verwacht (onderhoud en water geven) en ruimtegebrek. Beide problemen zijn oplosbaar. Er bestaan watergeefsystemen die het watergeven tot eens per 5,6 weken kunnen terugbrengen en planten hoeven niet groot te zijn. Ook kunnen planten op allerlei manieren verticaal worden toegepast. Denk aan groene wanden of hangende planten.